When History is a Nightmare
Stevan M. Weine
Rutgers University Press New Brunswick, New Jersey, and London, 1999
261 bladzijden, prijs: £ 19,95 (paperback), £ 41,50 (gebonden)
Essays over de Bosnische oorlog
Stevan Weine is in kringen van behandelaars van trauma’s bij vluchtelingen een bekende naam. Hij is schrijver van een twaalftal artikelen die de aandacht hebben getrokken omdat ze in zekere zin een aantal vermoedens hebben vastgelegd. Zo beschrijft hij in één artikel dat de diagnose posttraumatische stress-stoornis die bij binnenkomst in de Verenigde Staten bij 75% van de Bosnische vluchtelingen gesteld kan worden, na een jaar nog maar bij 45% gesteld kan worden, zonder behandeling. Hij is ook de eerste die in een onderzoek vond dat de bekende getuigenismethode effectief was bij een groep vluchtelingen. De getuigenismethode is een vorm van behandeling, waarbij de getraumatiseerde uitgenodigd wordt als een getuige te spreken over zijn ervaringen: de identiteitsverandering van slachtoffer naar getuige is hierbij erg belangrijk.
Op grond van zijn artikelen zou men kunnen vermoeden dat het boek een beschrijving geeft van epidemiologische gegevens en van behandelstudies. Dat is het niet. Eerder is het een beschrijving van een aantal gebeurtenissen uit de oorlog in Bosnië en de achtergronden daarvan. Toch is het boek geen geschrift van een historicus, maar van een professor in de psychiatrie, en het draagt daarvan de kenmerken. Het leest als een aanklacht tegen de Servische agressie en tegen de etnische zuiveringen. Weine heeft gezocht naar de verhalen van de vluchtelingen, en dat maakt sommige gedeelten ook zwaar om te lezen. Wat hem siert is dat hij de verhalen niet voetstoots heeft aangenomen maar toelicht met wat hij in zijn zoektocht aan feitenmateriaal heeft gevonden.
De moslims waren vóór de Bosnische oorlog niet zeer kerkelijk. Men leefde samen op grond van wat in Bosnië ‘merhamet’ werd genoemd: te vertalen als verdraagzaamheid. Uiteraard wordt hierbij de rol van Tito ook belicht en zijn communistische streven naar harmonie tussen mensen. Weine accentueert de acute cultuuromslag die de mensen in de oorlog moesten maken: van het wonen tussen andere verdraagzame en vriendelijke mensen naar het plotseling beroofd, verkracht en vermoord worden door je eigen buren en collega’s.
Later stapt Weine over naar de beschrijving van hoe de psychiatrie in Bosnië en Servië zich met de oorlog bezig ging houden. Twee psychiaters in Bosnië speelden een rol in de politiek: Jovan Raskovic, de latere leider van de Servische Demokratische Partij in Kroatië en Radovan Karadzic, de leider van de Bosnische Serviërs, die nu hoog op de lijst van de te veroordelen oorlogsmisdadigers in den Haag staat. Raskovic was in vakkringen zeer bekend door zijn artikelen, Karadzic niet, maar hij schreef veel gedichten. Raskovic blijkt veel geschreven te hebben over de Serviërs die verslagen waren in de strijd tegen de fascistische Kroaten, en daarbij aanwijzingen te hebben gegeven dat de strijd het beste middel was tegen oude gevoelens van onderdrukt te zijn.
In het derde gedeelte schrijft Weine over de periode ná de oorlog. Om niet in dezelfde valkuil als Raskovic te vallen staat hij uitgebreid stil bij methoden om weer verzoening te krijgen.Hij beschrijft de omstandigheden waaronder hij tot de keus is gekomen om de getuigenismethode te gaan toepassen. Helaas ontbreekt hier een goede beschrijving van wat de techniek precies inhoudt. Wat dat betreft schiet het boek als handboek voor psychotherapeuten tekort. In hoeverre neemt de behandelaar stelling, hoe stimuleert hij en wat, wat wordt er genoteerd en met wat voor doel: dat zijn allemaal vragen waar de lezer mee blijft zitten. De getuigenismethode wordt zo enigszins gereduceerd tot het laten vertellen van verhalen, waar de therapeut als een neutrale toehoorder bijzit: tamelijk sponsachtig. Wat ook niet goed duidelijk wordt is wat hij nu met de getuigenissen doet. Blijven ze in de dossiers zitten of wordt er een databank mee gemaakt. En hoe verhouden zich de getuigenissen in psychotherapie tot de getuigenissen voor een rechtbank, zoals een oorlogstribunaal? Men zou zich kunnen voorstellen dat het de getuigen een beter gevoel geeft als de getuigenis leidt tot de juridische vervolging en veroordeling van een dader.
Het boek biedt een rijke blik op de gebeurtenissen in Bosnië vóór, tijdens en na de oorlog. Als leerboek voor psychotherapeuten is het niet geschikt. Enkel het hoofdstuk over de achtergronden van de getuigenismethode ( hoofdstuk 7) is voor hen leerzaam. Eenieder kan echter vrijelijk uit het boek halen wat hem of haar interesseert: het is een rijk overzicht geworden.
Hans Rohlof, psychiater Centrum ‘45 – de Vonk, Noordwijkerhout. April 2000